top of page

Doorlopende Leerlijn Filosofie

In iedere klas geven we minstens 6 lessen van een uur, voor een aantal jaren achter elkaar. Zo hebben leerlingen echt profijt van de denkvaardigheden die zij ontwikkelen tijdens het filosoferen. Zie hier wetenschap onderzoek naar het effect van filosofie in het curriculum. 

 

De thema's zijn gekozen passend bij de leeftijd van de leerlingen. We gebruiken de 4 categorieën van Kant om de thema's te ordenen en bij de leeftijd te doen passen: Wat mag ik hopen (metafysica), Wie is de mens (filosofische antropologie), Wat moet ik doen (ethiek) en Wat kan ik weten (kentheorie).

 

Groep 1-2: Wat mag ik hopen?

Fase: ontdekkend denken, fastasie versus realiteit, verzamelen kennis en leren woorden. Kritisch denken is nog niet aan de orde, speels denken des te meer.

  • Echt en onecht – Is Roodkapje nep of echt? Wat betekent echt eigenlijk?

  • Fantasie/dromen– Is fantasie liegen? Is wat je droomt echt?

  • Tijd – Kun je de tijd stilzetten?

  • Voor je geboorte – Waar was je voor je geboren was?

  • Na de dood – Bestaat er een hemel?

  • God – Bestaat er een god en wie of wat is dat?

  • Ziel – Wat is een ziel? Hebben we een ziel?

  • Engeltjes en duiveltjes: Goed en slecht – Wanneer is iets goed?

  • Zeker weten - Weet je zeker dat ik er ben?

  •  Groot-klein(perspectieven)– Is een appel groot of klein?

Groep 3-4: Wie is de mens?

Fase: woordenschat is groter. Lezen en schrijven wordt ontwikkeld. De wereld is iets groter, maar blijft dichtbij concrete ervaringen en dichtbij huis.

  • Dier en mens – Kunnen dieren denken/voelen?

  • Anders en normaal – Wat is normaal?

  • Emoties en gevoel (ziel) – Waar zitten emoties?

  • Identiteit– Wie ben jij?

  • Robots/mens –Kan een robot ook denken? Zou je verliefd kunnen worden op een robot?

  • Klonen en kopieën  - Kan er ergens op de wereld een kopie van jou rondlopen?

  • Jongens-meisjes –Doen jongens ook meisjesdingen?

  • Bloot -Waarom hebben we eigenlijk kleren aan?

  • Liefde -Bestaat Ware liefde? 

  • Vriendschap -Wat is een vriend? 

  • Cultuur–Wat is het verschil tussen cultuur en natuur? Kun je zelf je cultuur kiezen? 

  • Gelijk(waardig)heid - Is iedereen gelijk?

Groep 5-6: Wat moet ik doen?

Fase: de wereld wordt iets groter, de klas wordt echt gezien en er ontstaat inlevingsvermogen: een ander heeft ook gevoel. Het rechtvaardigheids-gevoel krijgt meer handen en voeten: dingen zijn ‘erg’.
Thema’s:

  • Groepsgedrag– Is naäpen menselijk?

  • Pesten/uitsluiten –Is een toeschouwer schuldig? Is een pester slecht?

  • Discrimineren–Wanneer mag je wel en wanneer niet discrimineren?

  • Regels & Bazen – Kunnen we zonder regels leven? En zijn bazen nodig?

  • Eigen verantwoordelijkheid– Zijn ouders of kinderen verantwoordelijk? Wat betekent schuld?

  • Democratie en stemmen– Mag een crimineel stemmen? Wie heeft er gelijk in een debat?

  • Opvoeding– Wat is een goede opvoeding? Mogen ouders hun kinderen slaan?

  • Dieren-welzijn – Hebben dieren ook rechten?

  • Sociale media, uiterlijk/innerlijk– Ben je jezelf op sociale media?

  • Armoede –Is het geld eerlijk verdeeld in de wereld? Ben je verantwoordelijk voor de armoede in de wereld?

  • Geslachten, seksuele voorkeur, transgender –Waar zit je geslacht en waar zit je seksuele voorkeur verborgen?

  • Oorlog/vrede – Mogen landen oorlog voeren?

  • Respect – Moet je respect verdienen of heeft iedereen recht op respect? Moet je respect hebben voor andere culturen en geloven?

Groep 7-8: Wat kan ik weten?

Fase: in deze leeftijd kunnen de kinderen al in de pre-puberteit belanden. Kinderen ontwikkelen steeds meer eigen meningen. Die kan ook steeds meer onderbouwd worden, omdat taalvaardigheid toeneemt. Groeiend bewustzijn van eigen individualiteit en identiteit, een afgebakende identiteit is aan het ontstaan. Vermogen tot kritisch denken is verder gegroeid. Hun belevingswereld is, ook via televisie, begint te globaliseren.

  • Waarheid / bewijs – Wanneer is iets waar? Kun je de werkelijkheid echt kennen?

  • Geloof en wetenschap– Wat is het verschil tussen weten en geloven?

  • Mysterieën – Bestaan er dingen die niet verklaarbaar zijn?

  • Het heelal, het niets en aliens– Bestaat oneindigheid of het niets? Bestaan aliens?

  • Leren – wat is leren? Is een baby een tabula rasa of bestaat alle kennis al in het hoofd?

  • Creativiteit – Waar komen ideeën vandaan? Is iedereen even creatief?

  • Feiten/meningen/overtuigingen – wat is het verschil en kun je van je overtuigingen loskomen? Hoe dan?

  • Ideeën/gedachtes – Wat zijn gedachtes voor dingen?

  • Begrip en taal – Begrijpen we door taal?

  • Logica – Wat is logisch en wat niet?

  • Determinisme/voorspelbaarheid – Kunnen we alles weten?

  • Lichaam en geest, ratio en gevoel– Wat is de relatie tussen lichaam en geest? Wat is belangrijker: denken of voelen?

 

 

Kosten:

Bij een serie van 6 à 8 lessen: 90 euro per uur.

Bij meerdere lessen op één dag en een opdracht voor meerdere jaren, maken we een offerte met een lagere uurprijs.

bottom of page